De optimale keuze van antimicrobiële therapie hangt samen met de gevoeligheid van de ziekteverwekker voor een antibioticum. Wanneer men kijkt naar de samenhang tussen toediening en optimaal effect, kunnen antibiotica in drie groepen worden ingedeeld. De eerste groep omvat antibiotica met een tijdsafhankelijk effect, de tweede groep antibiotica met een concentratieafhankelijk effect, en de laatste groep antibiotica is zowel tijd- als concentratie-onafhankelijk. Hierbij lijkt continue toediening het meest doelmatig. Wanneer deze voorkeurstoediening niet mogelijk is vanwege beperkte houdbaarheid van het antibioticum of door lijnbezetting met andere intraveneus toegediende geneesmiddelen waarmee de antibiotica niet verenigbaar zijn, is intermitterende toediening een geschikt alternatief. Er zijn patiëntenpopulaties, zoals op de IC, waarbij met het doseren van antibiotica rekening gehouden moet worden met een veranderde farmacokinetiek.
Auteurs |
Teeuwisse, P.J.I.
Werumeus Buning, A. Hodiamont, C.J. Hest, R.M. van |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 16 december 2016 |
Editie | A&I - Jaargang 8 - editie 4 - Editie 4, 2016 |
Na bestudering van dit artikel bent u op de hoogte van de belangrijkste toedieningswijzen van antibiotica. U weet wanneer antibiotica continu of intermitterend toegediend moeten worden. U kent de farmacokinetische doelen van de verschillende antibiotica. Bovendien begrijpt u wanneer u ‘therapeutic drug monitoring’ toepast en kent u de relatie met het farmacokinetische doel van de verschillende antibiotica.