In dit artikel wordt aan de hand van een casus een beschrijving gegeven van de meest voorkomende pediatrische stollingsstoornissen (de ziekte van Von Willebrand en hemofilie), waarbij de kans op het voorkomen
van nabloedingen na een (adeno)tonsillectomie wordt beschreven. Aan bod komen de algemene stollingsfysiologie en specifieke stollingspathologie bij kinderen. Ook wordt een bespreking gegeven van het preoperatieve beleid bij kinderen die bekend zijn met coagulopathieën
en kinderen die anamnestisch mogelijk een verhoogde bloedingsneiging hebben.
Auteurs |
Bruijn, L. de
Alders, D.J.C. Aarts, L.P.H.J. |
---|---|
Thema | Casuïstiek |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 20 maart 2014 |
Editie | A&I - Jaargang 6 - editie - Editie 1, 2014 |
Na het lezen van dit artikel kent u globaal het werkingsmechanisme van de primaire en secundaire stolling en bent u op de hoogte van de meest voorkomende stollingsstoornissen bij kinderen. Tevens weet u waarop u moet letten als een kind met een (bekende) coagulopathie een (adeno)tonsillectomie moet ondergaan en wat het preoperatieve stollingsonderzoek inhoudt.