Intensive care bij ernstig leverfalen en na levertransplantatie

Door op 22-06-2011

Acuut leverfalen (ALF) en acuut-op-chronisch leverfalen (ACLF) zijn gekenmerkt door de combinatie van hepatische encefalopathie, een verhoogd bilirubine en verlengde protrombinetijd (PT, INR). Bij ACLF is er sprake van een pre-existente leverziekte (meestal cirrose) en een uitlokkend moment (bloeding, infectie) voor de acute verslechtering, bij ALF niet. Etiologie, snelheid van ontstaan, ernst van complicaties en resterende leverfunctie bepalen mede de kans op levertransplantatievrije overleving. Bij ACLF wordt die ingeschat met de MELD-score, bij ALF met de KCH-score. Er wordt een bespreking gegeven van de uiteenlopende complicaties en de rol van leverfunctie-ondersteunende apparatuur. Evaluatie voor levertransplantatie (soms auxiliair bij ALF) moet tijdig plaatsvinden. Ook hierna zijn complicaties mogelijk.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Hoek, B. van
Thema Hoofdartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 22 juni 2011
Editie A&I - Jaargang 3 - editie - Editie 2, 2011

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel weet u het verschil tussen acuut leverfalen (ALF) en acuut-opchronisch leverfalen (ACLF), weet u welke belangrijke complicaties kunnen optreden bij ALF, bij ACLF en na levertransplantatie, en kent u in grote lijnen preventie, diagnostiek en behandeling van deze complicaties.