Ruim 50 jaar geleden werd de klassieke pulmonary artery catheter (PAC) voor het eerst in de kliniek toegepast. Sindsdien is de PAC geëvolueerd van een methode om drukken en intermitterend cardiac output te meten tot een monitor die de continue cardiac output, SvO2 en rechterhart-indices meet. In dit artikel beschrijven we de klassieke drukcurves in normale en pathofysiologische omstandigheden met de bijbehorende beperkingen. Daarna bespreken we in detail de moderne PAC met de mogelijkheid tot meten van de rechterventrikelejectiefractie, het rechterventrikelvolume, de veneuze zuurstofsaturatie en de continue cardiac output. De pathofysiologie en veranderingen in deze PAC-metingen tijdens verschillende ziektebeelden worden belicht, evenals de mogelijke valkuilen. Een gedegen kennis van alle mogelijkheden en beperkingen van de moderne PAC kan leiden tot een betere ondersteuning voor klinische besluitvorming en daarmee een succesvol gebruik in de dagelijkse praktijk.
Auteurs |
Bootsma, I.T.
Lange, F. de |
---|---|
Thema | Nascholingsartikel |
Accreditatie | 1 accreditatiepunt |
Publicatie | 1 december 2022 |
Editie | A&I - Jaargang 14 - editie 4 - Editie 4, 2022 |
Na het bestuderen van dit artikel: