De ideale vasopressor: efedrine of fenylefrine?

Efedrine en fenylefrine worden beide met succes toegepast om perioperatieve hypotensie te behandelen. Er is een diversiteit aan oorzaken van perioperatieve hypotensie. Ze kunnen worden ingedeeld naar preload, afterload en contractiliteit. In veel gevallen zal een combinatie van factoren een rol spelen. Bij de behandeling van hypotensie zullen daarom diverse onderliggende oorzaken overwogen moeten worden. Zowel efedrine als fenylefrine heeft meerdere voor- en nadelen waarvan de klinische relevantie per setting zal verschillen. De keuze zal in de praktijk, behalve van de oorzaak van de hypotensie, ook afhankelijk zijn van de comorbiditeit van de patiënt, de operatie en de persoonlijke voorkeur van de anesthesioloog.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Tolsma, M.
Witt, C.A. de
Dongen, H.P.A. van
Thema Pro-con
Accreditatie 0,8 accreditatiepunten
Publicatie 19 maart 2013
Editie A&I - Jaargang 5 - editie - Editie 1, 2013

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel kunt u de verschillende oorzaken van perioperatieve hypotensie indelen en benoemen, u kent de vooren nadelen van efedrine en fenylefrine en kunt uw keuze voor een vasopressor per specifieke setting onderbouwen.