Behandeling van ernstige bloedingen bij gebruik van anticoagulantia

Door op 20-09-2018
  • 00Inleiding
  • 01Incidentie en beloop van een ernstige bloeding
  • 02Prognose van een ernstige bloeding
  • 03Effectiviteit van een antidotum
  • 04Welk antidotum voor welk anticoagulans?
  • 05Bepaling van de DOAC-bloedspiegel bij patiënten met bloedingen
  • 06Antidota en het risico op trombo-embolische complicaties
  • 07Conclusie
  • 08Reacties (0)

Samenvatting

De behandeling van ernstige bloedingen bij gebruik van anticoagulantia is veranderd door de komst van directe orale anticoagulantia (DOAC’s). Bloedingen zijn heterogeen in ernst en prognose en lang niet altijd is een specifiek antidotum nodig. De huidige richtlijnen zijn niet gebaseerd op onderzoeken met klinische eindpunten, maar op data waarbij het antidotum in staat blijkt om stollingstesten te normaliseren. Het is nog de vraag of snel normaliseren van de bloedstolling ook leidt tot een betere klinische uitkomst. Vitamine K-antagonist-gerelateerde bloedingen worden gecoupeerd met vitamine K en protrombinecomplex concentraat (PCC). De rol van PCC bij de DOAC-gerelateerde bloedingen wordt op dit moment onderzocht. Voor dabigatran is idarucizumab als antidotum sinds 2015 beschikbaar. Voor de andere DOAC’s is er op dit moment een specifiek antidotum in ontwikkeling.

Vanwege de verhoogde incidentie van trombotische complicaties na een bloeding mede als gevolg van mogelijk protrombotische effecten van antidota zelf, wordt geadviseerd deze middelen alleen in te zetten bij levensbedreigende bloedingen.

Log nu in om het volledige artikel te bekijken of om te reageren.

Abonneren

Informatie over dit artikel

Auteurs Bavalia, R.
Coppens, M.
Thema Nascholingsartikel
Accreditatie 1 accreditatiepunt
Publicatie 20 september 2018
Editie A&I - Jaargang 10 - editie 3 - Editie 3, 2018

Leerdoelen

Na het lezen van dit artikel weet u dat de definitie van ernstige bloedingen ruim is en dat in ongeveer 40% van de gevallen de bloeding zo ernstig is dat een interventie wenselijk is. U beseft dat het niet zeker is of een snel herstel van de bloedstolling de klinische uitkomst van de bloeding positief beïnvloedt. U weet ook dat het risico op trombo-embolische complicaties binnen 30 dagen na een ernstige bloeding bij anticoagulantia 5-18% is en dat antidota in principe alleen bij direct levensbedreigende aandoeningen gegeven zouden moeten worden. U hebt kennis over idarucizumab, het geregistreerde antidotum voor dabigatran-gerelateerde bloedingen en weet dat voor de andere directe orale anticoagulantia specifieke antidota in ontwikkeling zijn, waarvan andexanet alfa het verst is. U bent ervan op de hoogte dat de richtlijnen – in afwachting van een specifiek antidotum voor directe factor Xa-remmers – adviseren om protrombinecomplexconcentraat (Cofact, Beriplex P/N, Octaplex) te geven in een dosis van (25-)50 EH/kg bij patiënten met een levensbedreigende bloeding.