Het refeedingsyndroom kan ontstaan wanneer voeding wordt geïntroduceerd bij personen die een (langdurige) periode van ondervoeding hebben doorgemaakt. De klinische manifestaties van het refeedingsyndroom omvatten een breed scala aan symptomen, o.a. hartfalen, cardiale aritmieën, respiratoire disfunctie, neurologische verschijnselen en acuut overlijden. Het is belangrijk om risicopatiënten vroegtijdig te identificeren. De voorkeur gaat uit naar een multidisciplinaire benadering.
Auteurs |
Krabbenbos, I.P.
Bruins, P. |
---|---|
Thema | Casuïstiek |
Accreditatie | 0,8 accreditatiepunten |
Publicatie | 20 juni 2014 |
Editie | A&I - Jaargang 6 - editie - Editie 2, 2014 |
Na het lezen van dit artikel weet u dat het refeedingsyndroom frequent voorkomt, met name bij kwetsbare patiëntengroepen. U weet dat het refeedingsyndroom alle secundaire complicaties omvat die optreden na de introductie van voeding bij ondervoede personen. U beseft dat de diagnose gemakkelijk wordt gemist, waardoor mogelijk ernstige complicaties kunnen ontstaan. Bovendien weet u hoe het refeedingsyndroom voorkomen en behandeld kan worden.